Om de uitdaging die Rondje Nederland heet goed te kunnen verslaan, was er maar één mogelijkheid: het op de voet volgen van een deelnemend team om zo mee te leven in de opzet, de voorbereiding, de organisatie en de tocht zelf.
De keuze viel op het team dat louter zou bestaan uit dames, tevens het eerste deelnemende damesteam. Veertien dames die uit heel Nederland en zelfs België komen, dames tussen de 20 en 55 jaar. Dames die duizenden kilometers per jaar rijden of nooit eerder op een racefiets zaten. Dames die volop in de maatschappij staanof nog in een opvang voor verslaving zitten. Verre van een uitgebalanceerd geheel maar allen met één doel: 1.200 ilometer in 48 uur, langs de eigen grenzen en die van Nederland.
Het verhaal is geworden tot een combinatie van een dagboek en een roman. Een raamvertelling met twee verschillende lijnen, die van de euteur, die de opdracht krijgt het team te volgen, en die van 'haar', een fictieve dame die deel uitmaakt van het team maar voorafgaand nooit eerder op een racefiets heeft gezeten. Zij wordt alleen maar aangeduid als 'ze', 'zij' en 'haar'. Ze vertelt wat ze onderweg heeft meegemaakt, wat ze heeft moeten doen om zover te komen en wat ze heeft moeten laten. Ze symboliseert daarmee alle dames. Daarnaast spelen de dames zelf ook een rol in het boek, zij hebben immers de tocht daadwerkelijk gereden.
De plaatsen en de belevenissen van de dames berusten op waarheid, alleen 'zij' en wat 'zij' heeft gedaan is fictief, de anderen hebben de echte prestatie geleverd.
Heldinnen op smalle racebandjes, non-stop, twaalfhonderd kilometer door Nederland in 48 uur!
John van Ierland | Paperback | 174 pagina's |